26.10.12

David


Graag wil ik jullie voorstellen aan David. Afgelopen woensdag heb ik hem in huis gehaald. Willen jullie weten hoe hij in mijn leven is gekomen? Welnu....
aanvankelijk was het helemaal niet mijn bedoeling zelf een weefgetouw aan te schaffen. Ik kan er immers één gebruiken bij de herders van Balloo. Afgelopen weekend echter viel mijn oog op een marktplaatsadvertentie. Er werd een Louet W30 tafelgetouw aangeboden. Met acht schachten. Da's handig dacht ik. Kan ik thuis een proefje maken voor het grote werk in Balloo. Het leek mij wijs voor de eventuele aankoop wat informatie en referenties in te winnen bij meer ervaren weefsters. Spinmaatje F verwees mij naar G uit haar spingroep. Ik legde contact met G die enthousiast met mij mee begon te denken. Ja, het was inderdaad een mooi getouwtje. Maar slechts 30 centimeter breed. Had ik daar bij stil gestaan? Ja, dat had ik en voor proefjes was het prima. Maar zo stelde zij, er staat ook nog een David op marktplaats. Weliswaar niet inklapbaar. Maar wel acht schachten en een weefbreedte van 70 centimeter! En David zou zo fijn en handig zijn. Ik moest er maar eens goed over nadenken. En dat deed ik. Na het weekend belde ik toch de dame van de W30. Toen ze hoorde dat ik beginnend weefster was drukte ze me op het hart vooral niet aan die W30 te beginnen. Niet fijn in gebruik. Nee, een David bijvoorbeeld. Dat zou beter voor mij zijn. Tsja, jullie begrijpen dat ik inmiddels wel erg nieuwsgierig was geworden naar die David en eigenlijk niet om hem heen kon. Dus legde ik opnieuw contact met G. Zij kende de aanbieder van David. Ik belde en woensdagavond al werd ik hartelijk ontvangen door handwever en textieldocent F in zijn prachtige woning in Vriescheloo (kijk hier als je nieuwsgierig bent naar het huis). Een aantal uren later keerde ik huiswaarts. Met David achterin en tal van informatie, adviezen en een uitnodiging voor het kijken bij een weefles bij BK 050 op zak.
... en nu staat David in de hal het weefatelier van huize Quadraad. Gisteren heb ik hem helemaal gesopt en goed bekeken. Hoewel hij klein van stuk is, vind ik hem toch imposant met dat mooie hout en al die touwtjes. Ook de mannen hier in huis zijn van hem onder de indruk. De kleinste mannen kunnen niet wachten tot ik start met weven. En ook ik sta te popelen om met David aan de slag te gaan! Hoewel ik me er een tijd lang voor heb willen behoeden, zit met de komst van David het weefvirus in mijn bloed.

Ribbelsjaal

Wat doe je als je achtereenvolgens niet slaagt in het starten met de clapo-ktus, je lappendeken niet fatsoenlijk in elkaar krijgt en na het breien van vierentwintig rondjes van ruim vijfhonderd steken ontdekt dat er in de opzet van je tweede swirl tòch een draai zit?
  • Allereerst stevig balen. 
  • Dan een kort moment wanhopen. 
  • Jezelf bij elkaar rapen. 
  • Die tweede swirl afhalen. 
  • Al die breiprojecten zorgvuldig in je wolkamer verbergen.
  • De ellende vergeten.
  • Moed verzamelen.
  • Een nieuw breiproject starten.
Uiteraard moet dit nieuwe project er één zijn dat niet mis kán gaan. Ik koos daarom voor het brei idee uit het magazine van de handwerkbeurs Zwolle 2012. Een kleurrijke ribbelsjaal van Wolhalla. Wol haalde ik bij 't Ryahuis in Zuidlaren. Eén bol Araucanía en één bol Noro silk garden sock yarn. En na ruim een week rolde de sjaal van mijn naald. Zonder struikelblokken. Een welkome aangename ervaring!






18.10.12

Uitdaging!









Onlangs ben ik gestart met de cursus handwerken in de vrijeschool aan Hogeschool Helicon in Zeist. In het eerste cursusjaar moet ik onder meer een kunstzinnig werkstuk maken. De keuze van het werkstuk is vrij en je maakt het voor jezelf. "Je mag jezelf uitdagen", voegden de juffies er nog aan toe. Daags na de eerste cursusdag weet ik wat ik ga doen: een weefwerk maken van eigengesponnen wol op een echt getouw. Een Uitdaging! Mijn enige weefervaring dateert uit mijn vroege jeugd toen ik eens een kinderweefraam cadeau kreeg. Op spingroepen zakt me de moed al in de schoenen bij het horen van het jargon van de weefsters. Mijn voornemen was er dus vooral niet aan te beginnen. Toch heb ik de afgelopen jaren bij kringloopwinkels al diverse weefboeken verzameld. Die waardevolle naslagwerken zouden misschien ooit van pas komen. Dat ooit is nu al! Mijn voornemens zet ik opzij. Ik ga deze Uitdaging aan!

Bij de Herders van Balloo ligt een Normalo getouw dat ik mag gebruiken voor de klus. Spinmaatje F heeft eenzelfde getouw en dus vraag ik haar of ze wil helpen het te monteren. Naast F voel ik mij een enorme kluns. Ik heb werkelijk geen idee hoe de bundel hout met touwtjes eraan tot een werkend getouw moet worden getransformeerd. Spinmaatje F gaat voortvarend van start en spreekt ineens een andere taal. Schering, schachten, hevels, boom, binding, riet. Waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen, vraag ik me radeloos af. Na een paar uurtjes werken en steeds maar vragen staat dan het getouw en begin ik de taal van F langzaamaan te verstaan. Voordat ik verder aan het getouw kan werken moet ik me eerst inlezen in de weeftechniek en besluiten wat voor weefwerk ik ga maken. Thuis bekijk ik mijn voorraadje weefboeken. Ik kies het Weefboek van Paulli Andersen. Dat ziet er gedegen uit.


Aangezien mijn hoofd vol zit met nieuwe indrukken stel ik het studeren nog maar even uit. Eerst een paar uurtjes ontspannen wol kaarden. Van het ruwharig Pommers land schaap. Dat leent zich goed voor een weefwerk en ik heb er genoeg van.


3.10.12

Lappenmand


 

 

Net als de halve (zo niet het merendeel van de) Nederlandse bevolking heb ik momenteel last van een hevige verkoudheid. Mijn hoofd zit vol snot en narigheid. Met zo´n zwaar hoofd is het lastig wolwerken. Toch moet er iets op dat gebied geïnitieerd worden want wat moet een ziekig wolmens anders? Op de bank zitten met niks is geen optie. Wolwerk maakt per slot van rekening dat een wolmens zich beter voelt. Maar dat hoofd wil en kan niet zoveel deze dagen. Een Clapo-Ktus sjaal breien bleek te hoog gegrepen. Dat werk moet wachten tot betere tijden. Rillerig op de bank kwam de behoefte aan een warme deken op. Die oude slaapzak doet voor nu even dienst maar een echte woldeken is toch het beste voor een ziekig wolmens. Het kan geen toeval zijn dat in mijn wolkamer een bak vol plantaardig geverfde wolletjes bedelt om aandacht. Mooi materiaal voor een lappendeken. En dus brei ik vierkantjes. Naald vijf, twintig steken, dertig toeren, tricotsteek. Kleur na kleur. Dit is wat mijn hoofd aankan en wat mijn hart verblijdt! De ene na de andere lap komt van mijn hand. Om mij heen ontstaan kleurige stapeltjes. En in mijn hoofd verdringen de beelden van een warme, vrolijk gekleurde lappendeken het zware snotgevoel. Wol, een prima medicijn!