29.3.13

Kleurencirkel


Voila, al mijn natuurlijk geverfde en handgesponnen wolletjes van afgelopen week. Ik wilde proberen alle kleuren uit de kleurencirkel te verven. Dat is slechts ten dele gelukt. Oranje is rozerood geworden en paars wel heel donker paars. Soms lijkt die streng ook donkerblauw en op andere momenten zelfs bijna zwart! Kleur.... ik vind het soms maar lastig. Maar ik word er ook vrolijk van. Op mijn wiel zit nu nog het laatste blauw geverfde wolletje. Ik ga het nog twijnen.



Morgen reizen de wolletjes met me mee naar een cursusdag in Zeist. Ik verheug me er enorm op want weet je wat we gaan doen? We gaan verven met uienschillen! Hieronder nog iets bijzonders om te spinnen. Het zijn haren van haar katten. Ik heb geprobeerd er een draadje van te spinnen maar mijn pogingen zijn allemaal mislukt. Ondanks meanderen kreeg ik steeds breuk. Jammer. Misschien kun je er beter mee gaan vilten, Paula. Ik breng het morgen weer voor je mee! Vrolijk Pasen allemaal!



25.3.13

Blauwe maandag






Wisten jullie dat deze uitdrukking in verband wordt gebracht met wolverven? Hier las ik er het volgende over:
Weer anderen hangen de 'wol-verfhypothese' aan. Om wol blauw te verven, werd deze eerst in een gele kleurstof geweekt. Vervolgens ging de wol in een bad met (menselijke) urine om de verf kleurecht te maken. Zo hechtte de verfstof zich goed aan de wol, die daarna te drogen werd gehangen. Tijdens het drogen kwam de gele kleurstof in aanraking met zuurstof uit de lucht, waardoor de kleur veranderde in indigo, een blauwe kleur die niet meer uit de wol gewassen kon worden. De wol werd traditiegetrouw op zaterdag in de week gezet en op maandagochtend opgehangen om te drogen en blauw te worden. Op een blauwe maandag konden de wolververs dus niet werken.
Deze maandag verfde ik wol met de koning der kleurstoffen: indigo! Ik vond het spannend! De instructies voor het verfprocédé met indigo had ik herhaaldelijk gelezen. Uiteindelijk besloot ik die van het groot plantaardig verfboek te volgen. Eerst alle benodigheden verzamelen. Het is nogal wat... 


gekke goedjes nodig...
pasta maken van de indigo met brandspiritus
verfbad in ontwikkeling
voorgeweekte wol

Voor het verfbad vulde ik mijn koperen pan met drie-en-een-halve liter water. Dit bracht ik op 55 graden. Toen strooide ik 10 gram hydrosulfiet over het water en voegde aan het bad 14 cc ammonia toe en daarna de indigopasta. Een explosie bleef uit;-) Moest ik eigenlijk de boel ook door elkaar roeren? Geen idee. Het boek schreef er niets over. Maar niet doen dan...
Vervolgens moest het bad afgedekt 45 minuten op een temperatuur van 55 graden worden gehouden. Dat was lastig! Ik gebruikte mijn wokbrander die veel vermogen heeft maar ook een heel fijne sudderbrander is. Laagste stand. De temperatuur van het bad liep op toen ik het afdekte met aluminiumfolie. Ieks! Ik had gelezen dat het in ieder geval niet boven de 60 graden mocht komen. Het waren spannende tijden hier in huize Quadraad. Uiteindelijk heb ik, om de temperatuur niet te hoog te laten oplopen, de pan even van het vuur gehaald. De thermometer gaf heel lang een constante temperatuur aan. Geen idee ook hoe betrouwbaar dat ding is...

Volgens het boek moesten de te verven strengen wol in een andere pan ook op een temperatuur van 55 graden gehouden worden. Dit had ik eventjes niet voorzien. Een andere pan was er, maar geen andere thermometer! Op gevoel dan maar...
Na 45 minuten ging de kookwekker. Met bonzend hart haalde ik de alufolie van de verfpan en stopte voorzichtig doch snel de goed uitgeknepen strengen wol in het bad. Folie er weer overheen en wekker op 15 minuten. Afwachten. Een kwartier.... Na een kwartier gebeurde er iets heel betoverends: ik verwijderde de alufolie en sleepte de strengen over de rand van het bad in een teil. Met dat ik dat deed werden ze blauw. Ik geloof dat ze eerst geel waren maar het ging allemaal zo snel. Geen tijd ook om foto's te maken. Wat wel gelijk opviel was dat de wol op een aantal plaatsen niet of nauwelijks had gepakt. Wol te goed uitgeknepen? Te gehaast geweest en de wol niet goed ondergedompeld in het bad? Ik weet het niet... Ik kneep de wol goed uit en schudde het zodat het kon oxideren. Blauw, blauwer, blauwst! Oké, met hier en daar een beetje wit;-)





In het tweede bad ging een streng donkerrode wol en een geelgroene kaardband. Weer 15 minuten. Opnieuw magic!



dieprood werd dieppaars
geelgroen werd groen, groener, groenst met stukjes blauw?!

Vervolgens verfde ik nog de lichtroze geverfde strengen. Die werden behoorlijk blauw en daarom besloot ik het erop te wagen en in het vierde bad nog een naturel kaardband van 50 gram te verven. Hieronder zie je daarvan het resultaat. Deze moet ik nog spoelen. De andere wolletjes zijn inmiddels gespoeld, gewassen en gespoeld en hangen nu te drogen. Ongeduldig wacht ik tot ze droog zijn en verder verwerkt kunnen worden. Ondertussen spin ik de eerder geverfde wolletjes en verheug me op volgende ververijen!




24.3.13

Meer kleur

de geelgroenen
Goed. Ik had dus geel. Maar dat geel was meer groengeel. Voordat ik met rood ging verven wilde ik nog proberen een heldergele tint te krijgen. Op mijn wolkamer staat een grote pan vol oude gedroogde uienvellen. Ik maakte een bad van 50 gram van deze vellen en voegde hieraan 10 gram aluin toe. In dit bad verfde ik 50 gram gekaarde wol van een Fries melkschaap.








De oude uienvellen geven lang niet zo snel kleur af als de verse. Ik kreeg een prachtige warmgele kleur. Zo'n kleur als die van een paaskuiken;-) Jammer dat mijn camera die kleur hier niet echt pakt...

En dan ROOD. Ik had bij de Wolstudio in Haren een zakje Cochenille gekocht, gemalen schildluizen. Ik begreep uit mijn verfbijbels dat ik dat goedje gedurende een tijdje moest opkoken voordat ik het aan het verfbad kon toevoegen. Nu  stonden daarover in mijn diverse verfbijbels (foto hieronder en het groot plantaardig verfboek) wat tegenstrijdige berichten dus ik deed het maar met een eigen interpretatie...




Volgens de ene bijbel was het wijs het goedje door een koffiefilter aan het verfbad toe te voegen. Dat deed ik alleen ging het een beetje mis waardoor er toch korreltjes in mijn verfbad kwamen. Fijn, wol erbij gedaan en toen zag ik dit:





Na een half uur haalde ik de strengen uit het bad. Ze waren diep rood gekleurd. In het tweede bad stopte ik 50 gram witte gekaarde wol en twee plukken van 25 gram geel geverfde wol. Dat laatste met het oog op het verkrijgen van oranje. Dom genoeg ging ik terwijl dit in het bad zat boven mijn wolletjes van het eerste bad spoelen. Toen ik terugkwam waren alle wolletjes in de pan roze gekleurd:-( Ik haalde de (oorspronkelijk) witte wol uit het bad, voegde wat theelepels soda aan het verfbad toe en zag toen dat de gele wolletjes toch nog iets oranje kleurden. Nou ja, je moet het wel willen zien zeg ik er eerlijk bij;-) Lesje geleerd: volgende keer erbij blijven! Tot slot verfde ik in dit bad nog 70 gram gesponnen garen. Het heeft een lichtroze tint gekregen.


tweede bad cochenille
witte wol uit het tweede bad
garen uit het derde bad
garen uit het eerste bad, kaardband uit het tweede bad
rechts de oververvingen van geel

Wat een avontuur dat verven! Het smaakt zeker naar meer! Volgende keer verven met de koning der kleurstoffen: Indigo!




23.3.13

Kleur!

Voor de cursus ben ik een les over kleur aan het voorbereiden. Een les over wolverven met natuurlijke materialen. Dat is net toveren met kleur. Je weet namelijk vooraf nooit precies welke kleur er tevoorschijn komt. En dat is heel verrassend. Maar.... soms kan het ook teleurstellend uitpakken. Als je iets krijgt wat je niet wilt... Je moet er dus open in stappen.






Ik wil eerst de drie hoofdkleuren verven. Met oververven wil ik vervolgens proberen de complementaire kleuren te verkrijgen. De wol die ik gebruik voor het verven is van het Fries Melkschaap. Het is prachtig wit van kleur en verft mooi aan. Ik heb de afgelopen weken veel zitten spinnen en had ongeveer 400 gram garen gemaakt. Te weinig. Als je gaat verven kun je herhaaldelijk verfbaden vullen en dan heb je een grote hoeveelheid wol nodig. Daarom heb ik ook gekaarde wol gebruikt.

Geel is als eerste aan de beurt. Een heleboel planten en bladeren uit de natuur verven geel. Pech is alleen dat er op dit moment niet zoveel groeit en bloeit. Ik heb er dus voor gekozen te verven met uienvellen. Die kunnen een prachtige gele tint opleveren, maar ook groen- en oranjebruintinten. Van de groentenman bij ons in het winkelcentrum kreeg ik gisteren een enorme hoeveelheid rode en witte uienschillen toegestopt. Wel nog met hier en daar een halve ui eraan vast dus ik moest zelf sorteren. Lief dacht dat we hutspot gingen eten ;-)




Ik besloot de rode uienvellen te gebruiken. Iemand had mij eens verzekerd dat je daar prachtig geel van krijgt. Een eerdere poging leverde mij een prachtige groentint op. Maar aangezien er zoveel factoren (bodem, zon, weer, wol, water, temperatuur om maar een paar te noemen) van invloed zijn op de uiteindelijke kleur, besloot ik nog maar eens een poging te wagen met die vellen.  De schillen waren vers. Ik gebruikte 100 gram voor 100 gram wol. Vrijwel direct kleurde de wol in mijn bad geel toen ik de vellen toevoegde. Binnen 5 minuten haalde ik de eerste band gekaarde wol uit het bad. Na ongeveer 10 minuten ook de tweede pluk. Deze was al meer groengeel gekleurd. De uienschillen liet ik gedurende een uurtje pruttelen in het bad. Toen voegde ik een nieuwe band gekaarde wol toe. Deze was niet voorgebeitst (de twee eerdere had ik gebeitst met aluin). Dit wolletje werd groen, prachtig groen. Vrijwel direct, maar ik besloot het een half uur in het bad te laten. Bij het spoelen kwam er veel kleur af. Toch bleef na diverse spoelbeurten een mooi groen wolletje over. Dit groen laat zich helaas niet zo goed pakken door de camera. Het is helderder van kleur dan op de foto.




En dit zijn dan de resultaten van het geelverven. Nu eerst mijn strengen wol ontwarren en dan is rood aan de beurt. Later meer daarover!

21.3.13

Lente!



Jaaaaaa....de lente is begonnen! Dus maakte ik een lentefee. Ik hoop dat ze gauw lenteweer brengt. Vanmorgen dwarrelden de sneeuwvlokken hier nog in grote getale uit de hemel.
Nu ik een paastak heb opgehangen met vrolijke gekleurde eieren van de wereldwinkel schijnt in ieder geval binnen het zonnetje;-)


17.3.13

Spin-An

Sinds ik bij de herders van Balloo spin heb ik een nieuwe naam. Een bijnaam. Dankzij de herder. Hij noemt me altijd Spin-An. Wie is die vrouw? De herder kan daar mooi over vertellen. Op internet zocht ik verder en vond van alles over dit spinwief.

Hier vond ik dit:
Ook de spinwieven waren spokende vrouwen. In het zuidoosten van de provincie is ze bekend als Spin-An of Spinnen-Annechien. O.a. op de Schottershuizerberg ten zuiden van Zuidwolde zag men dikwijls 's nachts een in het wit geklede vrouw die daar zat te spinnen. Toen de berg werd afgegraven, vond men - zegt de overlevering - de overblijfselen van een spinnewiel. Een spinwijf was ook actief op de Hekelenberg, eveneens in de omgeving van Zuidwolde; op stille avonden kon men daar een snorrend spinnewiel horen. Het spinwief werd gebruikt door boeren om kinderen bang te maken; kinderen die te ver de korenvelden inliepen en de rogge of haver vertrapten, zouden door het spinwief of roggewiefien gepakt en meegenomen worden. Ze zou dan al het haar van het hoofd spinnen. In bepaalde streken waren de gevolgen erger: Spin-An zou je slachten of levend verbranden als je de rogge vertrapte. 
En hier dit:
KorenschrikWanneer vroeger de rogge met mooie, grote halmen op de akkers prijkte, was dat niet alleen een lust voor het boerenoog. Ook de jeugd vond dat prachtig: om verstoppertje in te spelen, om de rogge-akker om te toveren tot een doolhof, om korenbloemen, klaprozen en ganzebloemen te plukken. Vanzelfsprekend was de boer hierover niet enthousiast. Het werd kinderen dan ook ondubbelzinnig te ver- staan gegeven om uit het roggeveld te blijven, laat staan dat ze er in mochten spelen. Om dit verbod nog wat te versterken, werd verteld dat er iemand in het koren huisde, die je zou meenemen en dan zou je nooit terug komen. In Oost- Groningen werd die iemand de roggemoeder genoemd, ook wel korenmoeder in Zuidoost-Drenthe. Niet zo verwonderlijk, omdat het meest verbouwde koren in het oosten rogge was. In Drenthe werd ook gesproken van een roggewijf of ko- renwijf, of iets vriendelijker met een verkleinwoord: het roggewiefien. Daarnaast kwam ook voor het spinwijf of spinwief, soms voorzien van een eigennaam: Spin- An. Het is overigens opvallend hoe vaak in oude volksverhalen spinnende vrou- wen een rol spelen: altijd een beetje geheimzinnig en vaak verbonden met het bovennatuurlijke. Wellicht gaat het spinwijf terug op de voorchristelijke schikgo- dinnen die op het spinnewiel het levenslot van de mens sponnen. En die moest je niet storen of anderszins ontstemmen. Ook achter de Groningse roggemoeder vermoedt men een voorchristelijk wezen: een soort van vegetatiedemon die de akker bezielde en die je niet moest verontrusten. Hoewel de kaart "Kinderschrik in het korenveld" geen opgave voor deze streek geeft, lijkt het redelijk om aan te nemen dat kinderen ook hier in deze omgeving met iets dergelijks vroeger zijn bang gemaakt. Er is immers vaak een grote mate van eenheid in voorstellingen en gebruiken in de plattelandscultuur van oostelijk Nederland.
Kinderen van nu staan niet meer zo aan de verleiding bloot om in een roggeveld te gaan spelen of om er bloemen te plukken.  
En hier dit (even doorklikken voor de kaart):
Topografische kaart rond 1900. Inzet: luchtfoto 2010. In meer dan een eeuw is er weinig veranderd in de inrichting van dit gebied. Voor wie het wil zien: op de oude kaart vormen de huidige Boswachterij Anloo (groen), Strubben en Kniphorstbos (roze, woeste grond) en de madelanden langs de beek (geel) het hoofd en bovenlichaam van een vrouw met gespreide armen. In één hand houdt zij een klos, tussen beide armen loopt een kaarsrecht pad (draad?) naar het noordwesten. In een plaatselijke legende spint de reuzin Spin An met haar spinklos de draden des levens...
Ze is er dus nog altijd...
Maar kinders, wees alsjeblieft niet bevreesd. Deze Spin-An verstopt zich niet in roggevelden. Hooguit vinden jullie me een keer in het Drentse landschap zoals toen. Maar meestal zit ik genoeglijk bij de schaapskooi te spinnen. Of thuis. Met wol. Zoals nu. Eerste spoel vol met Fries melkschaap. Er moeten er nog vele volgen want ik wil gaan experimenteren met kleur. Daarover later meer.



13.3.13

'k zag drie hazen...





een paar weken voor Pasen zitten op mijn tafel....
Mama haas heb ik gemaakt naar een patroon van Amaranth (uitgegeven door Anne-Merijntje).
In haar jurk heeft ze al eieren verzameld maar ze moet ze nog schilderen. Haar twee ondeugende hazenkinderen dragen chocolade-eitjes op hun rug. Op de achtergrond een verhaaltje met prachtige prent uit het boekje Lente Zomer Herfst Winter van Rie Cramer, een kringloopvondst!
Over twee en een halve week is het al Pasen! Dat zou je niet denken als je nu naar buiten kijkt...

3.3.13

Beestjes breien








Een breiproject voor jonge beginnende brei(st)ers. Ik heb ze gemaakt van Soedan wol.
Kijk hier voor de werkbeschrijving.